GALGO ESPAÑOL & WHIPPET v.d.WILGENSLOOT

Over de Galgo
Home
Pups voor de verkoop
TEHUIS GEZOCHT
GALGO ESPAGNOL
Over de Galgo
WHIPPET
foto´s en resultaten van rennen
links

De oorsprong van de Galgo

Bij ons is hij een nobele onbekende, maar in zijn thuisland Spanje staat hij al eeuwenlang bekend als uitstekende jacht- en renhond. Windhondenrennen mogen vandaag de dag dan wel populair zijn in Groot-Brittannië, ook Spanje kan terugkijken op een eeuwenoude traditie van fok en gebruik van windhonden. De Galgo Espagnol is de oorspronkelijke Spaanse windhond. Toeristen kennen hem als ‘zwerfhond’ langs de Spaanse wegen, maar de Galgo is natuurlijk veel meer dan dat. Als men hem van nabij bekijkt ziet men al snel een combinatie van elegantie, energie wendbaarheid en zelfs robuustheid.

 

De oorsprong van de Galgo, en van vele windhonden is terug te voeren naar enkele eeuwen voor Christus toen de Kelten de Pyreneeën overstaken. Diezelfde kelten jaagden immers al eeuwenlang met een middelgrote windhond. De hond werd destijds ingezet als jager, apporteerder en doder. De windhond werkte immers niet alleen op zijn neus maar maakte ook gebruik van zijn ogen en ze konden zo snel lopen dat ze er zelfs in slaagden hun prooi te vangen. De Kelten zwierven in de eeuwen voor onze jaartelling doorheen heel Europa in hun trouwe windhonden begeleidden hen overal en geraakten zo verspreid over ons continent. Op de vele wandtekeningen en mozaïeken uit die tijd kunnen we vaststellen dat de windhond zeer hoog in waarde geschat werd.

In de provincie ‘Hispania’ werd de hond van de Kelten al snel ‘Canis Gallicus’ genoemd. Men vermoedt dat de naam ‘Galgo’ hiervan afkomstig is. Vandaag de dag wordt ‘Galgo’ gebruikt voor elk type windhond.

Toch is de Galgo niet alleen afkomstig van de oude Keltische windhonden. Waarschijnlijk werd er gebruik gemaakt van andere rassen om hem te verbeteren. Er wordt hier vooral gedacht aan de sloughi en aan de Podenco Ibicenco, die zich ook op het Iberisch schiereiland bevonden.

Toch vinden we op allerlei geschiedkundige afbeeldingen zeer veel getuigenissen van de aanwezigheid van de Spaanse windhond. Vooral in adellijke kringen was hij zeer geliefd. Hij was dé metgezel bijuitstek tijdens jachtpartijen, een tijdverdrijf dat ook in Spanje was voorbehouden voor de adel. Oorspronkelijk had de jacht op haas maar één doel; voorzien in voedsel. Langzaam aan werd het jagen met windhonden echter een nationale sport, het ‘carreras en campo’. Vandaag de dag jaagt de gewone Spaanse bevolking nog steeds met galgo’s. De adel verkoos de ‘vreemde’ Engelse en Franse jachthonden. De ‘carreras en campo’ was bedoeld om de jachttechniek en de moed en kracht van de honden te beoordelen. De galgo’s die men vandaag vindt in de kleine Spaanse dorpen, zijn nog steeds de echte jachthonden. Ze worden niet, zoals hun soortgenoten buiten Spanje, gefokt op uiterlijke kenmerken, neen ze dienen enkel om hun baas bij te staan tijdens de jacht. Hun lichaam is hier dan ook volledig op gebouwd. Zijn snelheid en uithoudingsvermogen zijn noodzakelijk om zich te kunnen voortbewegen op de Spaanse steppen. Daarbij is extreme wendbaarheid noodzakelijk om een haas te kunnen blijven achtervolgen. Daarbij is ook kracht nodig om zich te kunnen handhaven op de vaak rotsachtige hoogvlakten.

Jammer genoeg kwam met de komst van de ‘carreras en campo’ ook de drang om de beste renhonden te hebben. Hierdoor dreigde de oorspronkelijke Galgo verloren te gaan. De Engelse greyhound was immers veel sneller. En als men geld wilde verdienen op de renbaan, was een snelle hond noodzakelijk. Een andere reden om het kruisen van greyhounds en galgo’s te rechtvaardigen was de gevoeligheid van de greys. Vaak hadden ze kwetsuren en de Galgo, die reeds eeuwenlang zijn mannetje stond op de robuuste Spaanse steppe bracht dus robuustheid en kracht in de snelle greyhound. Gelukkig kwam de lokale Spaanse bevolking uit het binnenland niet in aanraking met de windhondenrennen en bleven zij galgo’s fokken voor de praktische hazenjacht en voor de ‘carreras en campo’. Toch kost het de huidige Spaanse kynologie nog steeds veel moeite om deze lokale bevolking te overtuigen om hun honden in stamboeken te laten opnemen.

Maar wat is nu juist het verschil tussen de Engelse grey en de Spaanse Galgo? Allereerst de vacht. De Galgo is niet alleen kortharig, maar kan ook ruwharig zijn. De grey kent enkel de kortharige vacht. Het haar bij de Galgo is zeer dicht, kort en glad. In het gezicht iets langer. Het ruwe galgohaar kan tot tien centimeter lang worden. De ruwharige hebben soms ook een baard, snor, wenkbrauwen en zelfs een toupet. Alle kleuren zijn toegelaten, zwart, gestroomd, beige, geel, rood, kaneelkleurig, gestroomd wit en zelfs gevlekt. Al zien liefhebbers liever geen gevlekte vacht omdat dit teveel aan de greyhound doet denken. De meeste Galgo’s hebben ook witte aftekeningen op de snuit, de staart en aan de poten. Over het algemeen is de lichaamsbouw van de Galgo ook smaller dan die van de grey. En het grootste verschil is zonder twijfel de spiermassa. Een greyhound is een sprinter en moet daarom een ronde spiermassa hebben op zijn rug en zijn achterhand. Onze Galgo, gemaakt om urenlang op de Spaanse steppe te lopen heeft meer vlakkere spieren.

 

Als men eraan denkt een Galgo in huis te halen, mag men nooit vergeten dat het om een echte windhond gaat, met ook een echt windhondenkarakter. Over het algemeen voelt hij zich het beste thuis, bij zijn eigen mensen. Dan is hij ook rustig, en geniet hij van zijn omgeving. Blafferigheid is hem zo goed als vreemd. Rust en kalmte zijn sleutelwoorden voor ene Galgo die in huis leeft. Zijn Spaanse furie en al zijn energie komen pas tot uiting als hij de kans krijgt om zijn poten grondig te strekken. Een lange wandeling is niet echt aan een Galgo besteed. Niet dat hij niet geniet van de aandacht van zijn baas, of dat hij de wandeling fysiek niet aan zou kunnen, neen, een Galgo geniet gewoon meer van een echte ren-partij. Echt voluit al zijn energie kwijtraken is wat zijn hartje begeert. Daarom is een grote tuin ook geen noodzaak om een Galgo te houden. Als je de mogelijkheid hebt hem regelmatig, bijna dagelijks zijn ‘ren-uurtje’ te geven, geniet hij enorm van de andere ‘rustige’ momenten van zijn bestaan. Tegenover zijn eigen familie is hij heel aanhankelijk, terwijl vreemden met een zekere gereserveerdheid benaderd worden. Omwille van deze gereserveerdheid is een goede socialisatie van jongsaf zeer belangrijkheid. Anders kan de terughoudendheid overgaan in angst. Agressiviteit is een Galgo vreemd, net zoals het gros van de windhonden gaan ze liever geen confrontaties aan met andere honden. Kinderen vormen geen enkel probleem, op voorwaarde dat ze op een verstandige manier met de hond omgaan.

Men mag echter nooit vergeten dat een Galgo een zeer gevoelige hond is. Een consequente opvoeding doet wonderen en kan van een kleine pup een redelijk gehoorzame hond maken. Te hard zijn is echter volledig uit den boze. Met straf en overdreven druk kan men bij een Galgo niets bereiken. Niettegenstaande zijn meegaand karakter, mag men nooit vergeten dat de Galgo nog steeds een jagende windhond is. In enkele seconden kan hij zeer grote afstanden afleggen en hij jaagt vaak op alles wat beweegt, niet enkel hazen, maar ook katten, kleinere hondjes en dergelijke. Enkel een goede socialisatie van pup af en een regelmatig contact met andere dieren kan hem ervan weerhouden ze als prooi te zien.